De zon scheen alsof er niets aan de hand was. Na een bizarre week waarin alle lopende opdrachten geannuleerd werden, mijn man acuut koorts kreeg en de IC bedden zich in rap tempo vulden, had ik behoefte aan frisse lucht, letterlijk en figuurlijk. Dus reed ik naar het bos om een rondje te hardlopen. Maar ik was niet de enige. Hele families waren met kinderen en kleinkinderen op pad, stellen innig verstrengeld, alle bankjes goed gevuld en ik kwam zeker drie proestende mannen tegen, op een pad van nauwelijks 1,5 meter breed. Terwijl onze premier dapper blijft herhalen hoe belangrijk het is afstand te houden, zag ik hier het tegenovergestelde gebeuren.
En eigenlijk begreep ik het nog ook. Mark Rutte zegt het zo makkelijk; ‘we moeten elkaar hierop aanspreken!’, maar hoe dan? Ik deed drie jaar onderzoek naar aanspreekgedrag en schreef daar de bestseller ‘Aanspreken? Gewoon doen!’ over. In dit artikel deel ik drie tips die je mogelijk kunnen helpen anderen aan te spreken om afstand te houden. In het bos, in de supermarkt of op het strand. Gewoon omdat jij ook graag wilt dat we het Corona virus zo snel mogelijk indammen.
1. Manage je instincten
Elkaar aanspreken op gedrag is veel makkelijker gezegd dan gedaan. Het is volkomen tegennatuurlijk. Wij mensen willen bij de groep horen, empathisch overkomen, de ander geen pijn doen en gezichtsverlies voor onszelf of de ander voorkomen[1]. Verder laten we ons veel meer leiden door angst dan we ons bewust zijn. Stel dat degene die je aanspreekt ontploft? Of jou een betweter vindt? Of dat de buurtbewoners om je heen denken; wat een paniekvogel! Daarnaast zijn mensen gericht op de korte termijn. We zijn toch zo die winkel of het park weer uit. En we vergeten dat we wel iets kunnen oppikken, waar wij misschien niet direct last van hebben, maar onze buurvrouw van 80 wel.
Van nature zul je er waarschijnlijk dus niets van zeggen als iemand te dicht bij komt of je andere mensen op een kluitje ziet staan. Het vraagt allereerst actief tegengas geven aan die stemmetjes in je hoofd; ‘ze vinden me vast een zeikerd’ of ‘het loopt wel los’. Vervang ze door iets als ‘het is niet erg als deze mensen me in deze tijd nu even niet aardig vinden’ of ‘natuurlijk kunnen ze boos worden, maar dit dient een hoger doel’.
2. Deel wat je ziet, NIET wat je er van vindt
Als je ziet dat mensen te weinig afstand houden vind je dat misschien nonchalant of onverantwoord. Als iemand in de supermarkt over je heen duikt om het laatste pak toiletpapier te pakken ervaar je dat wellicht als asociaal. Het kan zijn dat iemand in zijn enthousiasme de ander te zien de regel even vergat of dat de tachtigjarige buurvrouw zonder wc papier zit. De labels die jij op het gedrag plakt zeggen vooral iets over jou en geven alleen maar aanleiding tot ruzie, omdat de ander zich zal gaan verdedigen. Houd je interpretaties dus ten allen tijde voor je. Emoties zitten nu hoog, dus het escaleert makkelijk. Deel alleen je observatie; ‘jullie staan binnen 1 meter van elkaar’ of ‘je duikt nu wel dicht langs me’.
“De labels die jij op het gedrag plakt geven alleen maar aanleiding tot ruzie, omdat emoties nu hoog zitten en de ander zich zal gaan verdedigen.”
3. Er zijn veel goede manieren; doe wat bij je past
Er zijn veel manieren om aan te spreken. Wat werkt hangt af van de bereidheid van de ‘ontvanger’, van jouw stijl en van de context. Het geven van constructieve feedback is slechts één manier, maar die is voor in de supermarkt natuurlijk veel te ingewikkeld. Dit zijn een paar suggesties:
- Je kunt je hulp aanbieden. Dat is vaak onverwacht; ‘zal ik het even voor je pakken, dan kun jij afstand houden…’ als iemand over je heen vliegt om het laatste pakje paracetamol te grijpen.
- Humor kan helpen het luchtig te houden; ‘eigenlijk had ik hier ook wel strepen op de grond verwacht’ (in het bos), ‘wat denk jij; 1,25 of 1,35 cm?
- Soms is een vragende blik of een handgebaar naar iemand die te dichtbij komt voldoende en hoef je eigenlijk niets meer te zeggen.
- Je kunt een vraag stellen; ‘ken je de 1,5 meter regel?’ of wat sceptisch wellicht ‘vind jij die 1,5 meter ook zo overdreven?’ (als iemand bijna op je tenen stapt).
- Of gewoon simpelweg een verzoek neer leggen; ‘zou je wat afstand van mij willen houden?’. Als je de behoefte voelt kun je dat uitleggen; ‘dan voel ik me veiliger’.
- Je zou ook de positieve consequenties van ander gedrag kunnen schetsen; ‘als wij nu wat meer afstand houden, helpen we wellicht te voorkomen dat er weer iemand op de IC belandt’.
Op alle bovenstaande manieren is wel wat aan te merken, maar wat telt is de moeite die je doet.
Schrik niet van de reacties die je mogelijk krijgt. Als wij mensen worden aangesproken op ons gedrag vertonen we instinctief drie reacties; we gaan onszelf verdedigen, we vallen die ander aan (meestal figuurlijk gelukkig) of we vermijden verder contact (en doen alsof we niets gehoord hebben). Ook dat is normaal. Zo’n reactie ervaar je mogelijk alsof je niet gehoord wordt. Echter deze reacties zijn juist een teken dat de boodschap is aangekomen, maar nog niet geheel verwerkt is. De kans is groot dat, de volgende keer dat deze persoon de supermarkt of het bos weer in stapt, jouw uitspraak door het hoofd schiet en hij of zij toch net wat ander gedrag zal vertonen. ◼
Tekst: Gytha Heins
Masterclass
Wilt u meer lezen over het onderzoek naar aanspreekgedrag? kijk dan even op www.succesvolaanspreken.nl. U vindt er talloze gratis te downloaden artikelen, een podcast en filmpjes over dit onderwerp. Gytha Heins sprak eerder op de masterclass De kracht van confrontatie. Bekijk de actuele startdata.
Nieuws en achtergronden
‘Je moet mensen niet overtuigen, je moet ze ráken’
Hoe nodig je medewerkers uit voor een veranderproces? Niet met ingewikkelde plannen vol cijfers en grafieken, maar door mensgericht leiderschap, zegt innovatiestrateeg Jempi …
‘Veel managers zijn én niet duidelijk én niet warm genoeg’
Leidinggevenden kunnen méér bereiken met minder, zegt coachend leidinggeven expert Nadia van der Vlies. De sleutel tot coachend leiderschap is het geloof dat medewerkers …