Veel organisaties vergrijzen de komende decennia, waarschuwt generatie-expert Aart Bontekoning. Als we vastgelopen patronen en structuren willen vernieuwen, zullen we de verbinding moeten zoeken met nieuwe generaties professionals. ‘Je hebt ze nodig om vitaal en bij de tijd te blijven.’
Het is inmiddels een overbekend probleem: in veel organisaties vertrekken er meer mensen dan er binnenkomen, en moeten werkgevers alle zeilen bijzetten om het werk gedaan te krijgen. Zeker in een sector als de zorg, die dubbel getroffen wordt door de vergrijzing, met minder personeel voor meer cliënten.
Tegelijkertijd is de generatie die nu tegen het pensioen aanzit in absolute aantallen veel groter dan bijvoorbeeld generatie Z, die nu de arbeidsmarkt betreedt, rekent generatie-expert Aart Bontekoning voor. Veel leidinggevenden in met name de zorg steken daarom vooral energie in het langer vasthouden van oudere werknemers, desnoods met parttime contracten. Het gevolg: veel organisaties en instellingen vergrijzen nog sneller dan de samenleving als geheel. En mede daardoor blijven ze vaak hangen in verouderde patronen en structuren.
“De vergrijzing an sich is het probleem niet,” zegt sociaal psycholoog Bontekoning, die al twintig jaar onderzoek doet naar generatie-diversiteit op de werkvloer. “Het probleem is dat organisaties door die vergrijzing vaak onbewust blijven hangen in verouderde vormen van leidinggeven, samenwerken en besluiten nemen. Ze snappen vaak heus wel dat je die jongeren óók hard nodig hebt. Niet alleen vanwege het tekort aan personeel, maar ook om je organisatie vitaal en bij de tijd te houden. Maar het loslaten van gedateerde, vaak diepgewortelde gewoontes valt in de praktijk niet mee als je jarenlang in een topdown cultuur hebt gewerkt.”
Nu is ‘bij de tijd’blijven binnen organisaties altijd al een strategisch vraagstuk geweest, dat weet Bontekoning als geen ander (voor zijn promotieonderzoek naar generaties op de werkvloer ging hij tot twee eeuwen terug in de geschiedenis). In een gezonde werkomgeving volgen de generaties elkaar op natuurlijke wijze op: de oude rotten dragen hun ervaring en kennis over op de jonkies, die op hun beurt een frisse wind laten waaien en vastgeroeste structuren ter discussie stellen. Een organisatie die niet wil of kan verjongen zal ook niet meer vernieuwen, en wie niet meer vernieuwt overleeft uiteindelijk niet, zo simpel is het.
Maar er is ook het een en ander veranderd ten opzichte van, zeg, veertig jaar geleden. Generatie Z is niet alleen relatief klein, maar ook anders opgevoed, waardoor deze jongeren vaak anders in het professionele leven staan dan hun oudere collega’s. “Vroeger waren je ouders de baas thuis,” zegt Bontekoning. “Je moest je gedragen zoals het hoorde, je moest luisteren naar de meester, enzovoorts. Maar de opvoeders van nu geven hun kinderen meteen invloed binnen het gezin. Jongeren praten thuis overal over mee, al vanaf een jaar of zeven, acht. En daardoor willen ze ook in hun werkomgeving direct die invloed hebben. Vroeger moest je wachten tot je een jaar of 35, 40 was voordat je een keer in aanmerking kwam voor een leidinggevende positie. De jongeren van generatie Z willen niet braaf op hun beurt wachten. Die willen nu meepraten en meebeslissen, niet omdat ze zo graag de baas willen zijn maar omdat ze allerlei mogelijkheden zien om het werk te verbeteren.”
Je zou verwachten dat die, laten we zeggen, assertieve houding wel eens voor wrijving zorgt op de werkvloer. Maar de negatieve vooroordelen die je nu en dan hoort over generatie Z (lui, verwend, betweterig, enzovoorts) hebben meer met beeldvorming te maken dan met de werkelijkheid, denkt Bontekoning. “In mijn ervaring zijn oudere werknemers juist heel positief over de samenwerking met hun jongere collega’s. Ze krijgen energie van die frisheid, van dat eigenwijze. Voor organisaties is het vooral de vraag: hoe ondersteun je dat jeugdig elan zo goed mogelijk? Hoe word je aantrekkelijk voor generatie Z? Heel vaak zie je dat organisaties dan toch weer hiërarchisch gaan besluiten hoe ze jongeren willen binnenhalen of iets dergelijks. Maar je moet niet vóór, maar juist mét die jonge generatie denken. Waar krijgen jonge professionals energie van? Welke ideeën hebben ze? Vaak zien jongeren namelijk heel goed en snel wat de gedateerde gewoontes zijn. Dat zou je als leiding moeten faciliteren en ondersteunen.”
Kern van de zaak is volgens Bontekoning dat iedereen gebaat is bij een update van de organisatie – jongere én oudere werknemers. “Als je professionals een top-5 laat maken van energielekken noemen ze allemaal zaken als bureaucratie, hiërarchische structuren en een formele, afstandelijke cultuur. En in de zorg is met name die bureaucratie natuurlijk een verschrikking – daar wil niemand méér van hebben. Oudere zorgmedewerkers hebben zich er vaak gewoon bij neergelegd, maar de jongeren gaan niet mee op die doodlopende weg. Die stellen de waarom-vraag, net zoals ze thuis gewend waren. Waarom hebben we dit en dat protocol? Waarom ‘doen we het nu eenmaal zo’? Daardoor gaan andere mensen in de organisatie zich ook afvragen: ja, waarom doe we dat eigenlijk zo? Als organisaties daar serieus naar luisteren, kunnen ze uiteindelijk enorm veel tijd en energie besparen. Of je het nu hebt over protocollen, besluitvormingsprocessen of een bepaalde vergadercultuur.”
Als je als organisatie openstaat de vernieuwing van generatie Z, zullen jongere werknemers op hun beurt open staan voor de ervaring van oudere werknemers, denkt Bontekoning. “Het is net of er met de komst van een nieuwe generatie op de arbeidsmarkt ook een groot emancipatieproces in gang is gezet. Ik zie een cultuur van gelijkwaardigheid doorbreken, waarin iedereen mag meedoen en meepraten. Je hebt niet automatisch meer recht van spreken als je ouder bent, of manager, of hoger bent opgeleid. Maar andersom ben je ook nog niet afgeschreven als je 50-plus bent.”
Door de onvermijdelijke generationele verschuiving ziet Bontekoning op iets langere termijn een toekomst waarin de traditionele statusverschillen in organisaties praktisch zijn verdwenen. Senioriteit, opleidingsniveau, het bekleden van een formele positie… over een jaar of tien zal het niet meer meetellen – of in ieder geval steeds minder. Zelfs ‘leiderschap’ zal zijn traditionele glans verliezen. Het wordt vaak een tijdelijke rol; je doet het even, en daarna nemen anderen het weer van je over. “Uiteindelijk gaat het er om wat je als individu aan jouw team of jouw organisatie kunt bijdragen,” aldus Bontekoning.
Tekst: Johan Faber
Aart Bontekoning staat op de masterclass leidinggeven aan generaties op de nieuwe werkvloer op 17 oktober 2024 in Utrecht
Nieuws en achtergronden
‘Je moet mensen niet overtuigen, je moet ze ráken’
Hoe nodig je medewerkers uit voor een veranderproces? Niet met ingewikkelde plannen vol cijfers en grafieken, maar door mensgericht leiderschap, zegt innovatiestrateeg Jempi …
‘Veel managers zijn én niet duidelijk én niet warm genoeg’
Leidinggevenden kunnen méér bereiken met minder, zegt coachend leidinggeven expert Nadia van der Vlies. De sleutel tot coachend leiderschap is het geloof dat medewerkers …