Het is misschien niet altijd makkelijk om de zogenaamd ‘lastige’ Generatie Z te managen op de werkvloer. Maar het kan ook de katalysator zijn van veranderingen waar iedereen van profiteert, denkt Martijn van Rossum, ondernemer en expert op het gebied van Generatie Z. ‘Je kunt als organisatie wel degelijk flexibiliteit bieden aan je werknemers, als je maar kijkt naar mogelijkheden.’
We kennen allemaal de vooroordelen en clichés over Generatie Z (er zijn verschillende definities, maar meestal wordt bedoeld: mensen geboren tussen 1995 en 2010). Maar nu de eerste ‘Gen Z’ers’ de werkvloer al hebben betreden, wordt die beeldvorming ook binnen organisaties en bedrijven steeds actueler. Dus daar gaan we: het zijn zeurpieten, ze lopen de kantjes eraf maar willen wel meteen hogerop, ze nemen niets aan van ervaren collega’s, als je ze aanspreekt zijn ze direct overspannen, en zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Om het ook even positief te belichten: ze zijn flexibel, denken vaak out of the box en over de mogelijkheden van internet hoef je ze niks uit te leggen.
Verschillen
Natuurlijk zijn dit – inderdaad – grotendeels vooroordelen en clichés. Oudere generaties werknemers zullen altijd een tikkeltje wantrouwend kijken naar de jonge garde. Maar ondertussen vergeten we dat de verschillen binnen generaties vaak even groot zijn als tussen generaties, zegt Martijn van Rossum, eigenaar van arbeidsbemiddelingsbureau The New Crew, en expert op het gebied van Generatie Z. Kortom: met oordelen over een groep doe je het individu altijd tekort.
En toch kan het ook heel nuttig zijn om te kijken wat een bepaalde generatie gemeenschappelijk heeft, denkt Van Rossum. “Het geeft houvast voor organisaties die deze jongeren moeten binnenhalen en vasthouden. Maar het is ook nuttig voor de samenleving in het algemeen. Je kunt van alles van ze vinden, maar laten we vooral kijken hoe we als maatschappij met Generatie Z omgaan.”
Maar wat hebben ‘ze’ dan gemeenschappelijk? In de eerste plaats zijn Gen Z’ers natuurlijk opgegroeid met internet en een smartphone, en in ongekende welvaart. Maar bovendien zijn hun ouders óók opgegroeid in ongekende welvaart, en van die ouders hebben ze het idee van een ‘maakbare wereld’ als het ware geërfd, aldus Van Rossum. “Er is altijd tegen ze gezegd: als je jezelf maar ontwikkelt en het maximale eruit haalt, komt het succes vanzelf naar je toe. Maar tegelijkertijd wordt Generatie Z nu geconfronteerd met de harde realiteit van een klimaatcrisis, een woningcrisis en noem het maar op.”
Gebruiksaanwijzing
Het gevolg is (onder andere) dat bedrijven en organisaties te maken hebben met jonge arbeidskrachten waar je – in de ogen van de meer ervaren professionals – een gebruiksaanwijzing voor nodig hebt. Die aan de ene kant denken dat de wereld voor hen open ligt, maar aan de andere kant moeilijk kunnen omgaan met de eisen van een werkgever. En die, met de wind van de arbeidsmarkt in de rug, zó weer zijn vertrokken als het ze niet bevalt.
En toch zullen organisaties, gezien de huidige personeelskrapte, iets moeten doen om de jonge garde te binden en te boeien. “Het probleem is dat we zeker in de zorg steeds méér mensen nodig hebben om de vergrijzing op te vangen, terwijl Generatie Z in absolute aantallen kleiner is dan voorgaande generaties,” zegt Van Rossum. “Bovendien is er veel uitval onder jongere zorgmedewerkers. Na de opleiding is veertig procent is al na een jaar vertrokken bij hun werkgever, en het merendeel daarvan gaat ook de sector uit. Dan kun je opleiden wat je wil, maar dan heb je een groot probleem.”
Flexibiliteit
Een van de oorzaken is dat (zorg)instellingen te weinig flexibiliteit beiden aan een generatie voor wie flexibiliteit juist zo belangrijk is, denkt Van Rossum. “Het komt bijvoorbeeld voor dat het stukloopt omdat iemand op maandag- en dinsdagochtend eerst haar kinderen naar school wil brengen, terwijl de shift eigenlijk al om acht uur begint. Maar nu het gekke: twee weken later loopt zo iemand bij dezelfde instelling rond als zzp’er, omdat ze dan haar eigen diensten kan uitkiezen. Kortom: je kunt als organisatie blijkbaar wel degelijk flexibel zijn, als je maar kijkt naar mogelijkheden.”
Natuurlijk hebben jonge mensen nu de conjunctuur mee, zegt Van Rossum. Maar is dat erg? Iedere nieuwe generatie heeft zo zijn eisen en wensen, en dan moeten beide partijen zich altijd een beetje aanpassen, de een soms iets meer dan de ander. “Je kunt het ook zien als een kans voor organisaties om zichzelf te moderniseren en opnieuw uit te vinden. Daar profiteert uiteindelijk iedereen van: de jonge werknemers én de ervaren krachten. Want bijvoorbeeld die vraag naar meer flexibiliteit is niet beperkt tot Generatie Z – die zie je over alle generaties heen.”
Omarmen
Het neemt niet weg dat er nu eenmaal verschillen zijn tussen generaties, en dat je de bijbehorende spanningen en conflicten op de werkvloer moet managen. “Zet in op verbinding,” raadt Van Rossum aan. “Geef ruimte voor het gesprek waarin iedereen naar elkaar luistert, en luister om te begrijpen, niet om te overtuigen. Zeker in de zorg is werkdruk hoog. Er komen mensen binnen die nog veel moeten en willen leren, maar ze moeten vaak ook meteen meedraaien in een team dat misschien een andere mentaliteit heeft. Een leidinggevende moet er voor zorgen dat medewerkers elkaars kwaliteiten gaan omarmen.”
Van Rossum noemt het voorbeeld van een instelling voor ouderenzorg, waar het verloop van jonge starters zelfs voor de sector extreem hoog was. “Ze werden meteen aan het werk gezet: dit zijn jouw cliënten, succes ermee, we spreken je vrijdag weer. Dan is de kans natuurlijk groot dat iemand verzuipt. Als oplossing wezen ze twee locaties aan als opleidingshuizen, waar jonge medewerkers nu de kans krijgen om een zachte landing te maken. Pas na drie maanden worden ze ingezet over andere locaties. Op die manier heb je meer afstemming tussen generaties, krijgen jongeren de ruimte om te leren en haken ze minder snel af. Kortom: je kunt daar als leiding invloed op uitoefenen.”
Verantwoordelijkheden
Maar lossen generatiekwesties zich in zekere zin niet vanzelf op? Jongeren worden ouder, krijgen kinderen en hypotheken, en met die verantwoordelijkheden komen ze allicht anders in het leven te staan. “Mensen kunnen veranderen in de loop der tijd,” beaamt Van Rossum. “Maar tegelijkertijd krijgen we ook steeds later kinderen, en blijven we misschien ook veel langer zoekende in het leven. We zullen nu iets moeten doen om Generatie Z tegemoet te komen; we kunnen niet gewoon wachten tot ze allemaal tegen de veertig lopen. Bovendien profiteren andere generaties ook van zo’n update van verouderde systemen en processen.”
Tekst: Johan Faber voor De Academie.
Martijn van Rossum is spreker tijdens de masterclass Leidinggeven aan generaties op de nieuwe werkvloer. Bekijk de actuele startdata.
Nieuws en achtergronden
‘Je moet mensen niet overtuigen, je moet ze ráken’
Hoe nodig je medewerkers uit voor een veranderproces? Niet met ingewikkelde plannen vol cijfers en grafieken, maar door mensgericht leiderschap, zegt innovatiestrateeg Jempi …
‘Veel managers zijn én niet duidelijk én niet warm genoeg’
Leidinggevenden kunnen méér bereiken met minder, zegt coachend leidinggeven expert Nadia van der Vlies. De sleutel tot coachend leiderschap is het geloof dat medewerkers …