Wat hebben goede voornemens, nieuwe projectplannen en organisatieveranderingen met elkaar gemeen? Ze vragen om gedragsverandering. Daarom geeft neurowetenschapper Ayca Szapora inzichten over hoe een beetje breinkennis meehelpt om beter persoonlijke en organisatiedoelen te bereiken.
Let op, valkuil: enthousiast vertel je het team over de nieuwe strategie en wat er de komende jaren allemaal moet gebeuren. Al snel zie je de eerste collega op zijn telefoonscherm scrollen, terwijl een ander iets in haar tas opzoekt en de derde een pluisje van zijn shirt veegt. ‘Dat de collega’s afdwalen, ligt niet aan hun motivatie voor de nieuwe projecten’, vertelt Ayca Szapora. ‘Maar ons brein houdt niet van te veel informatie. Dat ervaren we als stress en dat vermijden we liever. Dat kun je dus beter anders aanpakken.’
Opnieuw beginnen
Dat ontdekt Szapora zelf al snel als ze na haar studie Bedrijfskunde aan het werk gaat als adviseur bij een strategisch adviesbureau. ‘Verandermanagement en transities in organisaties staan of vallen met gedragsverandering van mensen. En daarvan had ik niets geleerd in mijn studie. Dus zegde ik mijn baan op en ben ik opnieuw begonnen. Zo kwam ik als 33-jarige weer tussen de 18-jarige studenten bij de studie Cognitieve psychologie. Daarna volgde nog een onderzoeksmaster in neurowetenschap en een black belt in Lean Six Sigma, een methodiek voor het verbeteren van processen en organisaties. ‘Ik had veel kennis, wilde die graag delen, maar voor het bedrijfsleven moet je het dan wel concreet kunnen toepassen.’
Zaklamp
Een goed voorbeeld daarvan is focus. ‘We denken dat als we ons goed concentreren, we creatiever worden: als je met een zaklamp ergens op schijnt, wordt dat punt helder verlicht. Het is precies andersom, want door dat schijnen blijft de omgeving – het grotere plaatje –in het duister gehuld. Terwijl als je problemen wilt oplossen of creatieve oplossingen wilt verzinnen, het juist belangrijk is om verbanden te zien. Wil je een groter aandachtsveld, dan moet je dus niet focussen, maar ontspannen. Dan krijg je de oplossingen cadeau.’
Even douchen
Hiermee bedoelt Szapora niet om bij grote problemen maar een vakantie te boeken, maar wel om het denkwerk anders aan te pakken. ‘Ons bewuste brein is heel beperkt. Dat kun je nog het beste vergelijken met een computer die per seconde 60 bits kan verwerken. Terwijl ons onbewuste brein per seconde wel 11,2 miljoen bits verwerkt. Dat is 200.000 keer zo veel. Daarom werkt een brainstorm het minst effectief, terwijl je geniale invallen meestal krijgt als je even iets anders gaat doen: douchen, een wandeling maken of tijdens de lunch.’
Slapen
Overigens is een beetje inspanning wel nodig, bijvoorbeeld om vooraf de juiste kennis te vergaren. ‘Je moet natuurlijk wel weten waar het om gaat. Daar is een brainstormsessie wel geschikt voor: vragen stellen over wat het team weet en wat nog ontbreekt. Pas wel op dat je niet meteen naar de oplossingen springt.’ De volgende stap is om de kennis even te laten sudderen. ‘Om je onderbewustzijn aan het werk te zetten, is een pauze van een minimaal een uur nodig. Nog beter is het om er een nachtje over te slapen.’
Lekker jammen
Zo krijgt het onbewuste de tijd. ‘Vanuit het onbewuste ontstaan de beste creaties. Kijk maar naar muzikanten. Waarom is het eerste album vaak het beste? Omdat ze hun grootste hits hebben gemaakt in een vrije jamsessie en niet in de studio waarin ze in de ‘focus-modus’ moeten. Hetzelfde geldt voor grote beslissingen: kiezen tussen koffie en thee gaat nog wel met die 60 bits van het bewuste brein, maar bij complexe vraagstukken kun je beter gebruik maken van die super-computer.’
Ontspannen werkvloer
Nog even terug naar het presenteren van nieuwe plannen, of gewoonweg een collega om hulp vragen: hoe pak je dat nu slimmer aan? ‘Je brein bestaat uit drie lagen. Het reptielenbrein is het oudste en gericht op overleven. Het stelt bij alles drie vragen: ‘kan het me doden’, ‘kan ik het eten’ en ‘kan ik er seks mee hebben’’, vertelt Szapora. ‘Op de werkvloer betekent dit dat er vertrouwen en verbinding moet zijn: dan is de sfeer ontspannen.’
Luie hersenen
Maar om tot verandering te komen moeten alle drie de hersendelen met elkaar op één lijn zitten. Szapora: ‘Het tweede gedeelte, het zoogdierenbrein, houdt van makkelijk. Wil je iets van medewerkers of een collega, maak het dan eenvoudig. Houd je verhaal of vraag dus kort en de opdracht overzichtelijk. Een overload aan informatie of keuzes betekent stress en dus een afwijzing.’ Tot slot is het nodig om de ratio, die in onze neocortex zit, in beweging te zetten. ‘Dat gebeurt bij passie en urgentie: het moet dus een doel zijn waarvoor je team of collega ook iets wil doen Vraag je het dan ook nog vanuit een prettig persoonlijk contact, dan komt er ook nog het ‘vertrouwenshormoon’ oxytocine bij en zit het wel goed.’
Tekst: Naomi van Esschoten voor de Academie
Beter breinbegrip maakt u een betere leider
Benieuwd wat kennis van het brein kan betekenen in uw rol als manager of leidinggevende? Kom dan naar de Masterclass Breinwijs. Bekijk de actuele startdata.
Nieuws en achtergronden
‘Je moet mensen niet overtuigen, je moet ze ráken’
Hoe nodig je medewerkers uit voor een veranderproces? Niet met ingewikkelde plannen vol cijfers en grafieken, maar door mensgericht leiderschap, zegt innovatiestrateeg Jempi …
‘Veel managers zijn én niet duidelijk én niet warm genoeg’
Leidinggevenden kunnen méér bereiken met minder, zegt coachend leidinggeven expert Nadia van der Vlies. De sleutel tot coachend leiderschap is het geloof dat medewerkers …